Te veel geknipt
Wat ik nu weer voor een familieverhaaltje hoorde…
Mijn opa was ambachtelijk meubelmaker bij een lokale meubelmakerij. Een echte vakman. Zijn oudste zoon Jean was meubelstoffeerder en beheerste het vak al goed.
Het was op een zondag en het zal op een zondag ergens midden jaren 50 van de vorige eeuw zijn geweest. Opa gebood hem om naar de meubelmakerij te gaan en daar vier stoelen te stofferen. Jean kon er niets tegen inbrengen dat het zondag was. Nee, hij zou die stoelen stofferen, de klanten zouden ze immers morgen al komen halen. Hij zou dan vervolgens ook maar naar de mis gaan in de grote kerk van Sittard. Zo toog hij in zondags kostuum naar de werkplaats.
In de werkplaats aangekomen nam hij de stoelen één voor één en mat de maten voor het stof waarmee ze bekleed moesten worden. De zitting van een stoel op schoot, de rol stof ertegenaan houdend knipte hij de lappen op maat, om ze vervolgens vakkundig op het houten frame spijkeren. toen de vierde stoel gereed was, ruimde hij het materiaal op en zette de stoelen klaar. De klanten konden tevreden zijn.
Eenmaal opgestaan wilde hij het jasje van zijn kostuum dichtknopen om op tijd in de kerk te zijn. Maar tot zijn verbazing mistte hij het onderste gedeelte van zijn stropdas. In de ijver van het stofferen en op maat knippen van de stof had hij per ongeluk ook het stof van zijn eigen stropdas gehalveerd.
Hij probeerde het stompje stof vakkundig in het dichtgeknoopte jasje te stoppen, zodat niemand het zou zien. Maar wanneer hij wandelde of zijn rug recht boog, sprong de stompje das er weer uit. Er zat dus niets anders op dan met een kromme rug langs de lange winkelstraat van Sittard te lopen, met beide handen het jasje nog hoger dichtknijpend.
Hoe het verhaal verder verliep weet ik niet. Maar kan me zo voorstellen dat er bij thuiskomst beslist gelachen is om dit voorval. Misschien ook wel met enige trots. Trots dat een ambachtswerker zo opgaat in zijn werk, dat hij niet eens in de gaten heeft dat hij zijn eigen stropdas halveert. Niet de kleren maken de man, maar hetgeen wat zijn hoofd en handen kunnen.