De Blinde Herder,

een onderzoek naar een volksverhaal

  1. Een ander perspectief

Als een valkenier vangt oud klasgenoot en vriend Jan zijn drone uit de lucht. Wat zijn we aan het doen? We zoeken naar de het verhaal achter het volksverhaal van de ‘Blinde Herder’. Terwijl alle facetten van de opgeschreven overleveringen worden geanalyseerd, wordt er ook gezocht of er locaties zijn waar dit verhaal zich wel of niet heeft afgespeeld.

Geografische aanduidingen worden vergeleken met andere schriftelijke bronnen en soms, zoals nu, ga je daadwerkelijk naar een locatie. Vanaf de grond is nu eenmaal weinig te zien, dus zoeken we het hogerop. Vanuit de lucht kun je het toch vanuit een ander perspectief zien. Daarnaast heeft valkenier Jan zijn drones zo afgericht, dat deze meer kunnen zien dan op gewone foto’s zichtbaar is.

Hopen we iets te vinden? Misschien wel, maar we gaan er vanuit dat we niets kunnen vinden. Een mysterie blijft toch spannender als het niet wordt opgelost?

(3) Datering van de verhaalde gebeurtenis

Jansen lijkt een oraal overgeleverde vertelling uiteindelijk op schrift te hebben gesteld. In de 19e eeuw raakte het vastleggen van soms eeuwenoude vertellingen in zwang om deze te bewaren voor het nageslacht. In tegenstelling tot de orale vertelcultuur, waarin verhalen steeds opnieuw worden aangepast aan de verteller, de toehoorder, de tijd en de plaats, worden verhalen met het vastleggen ervan gestold, om vervolgens weinig ruimte tot culturele aanpassingen te krijgen. Het moment van vastlegging is dan ook niet het meest oorspronkelijke verhaal, maar het resultaat van lange perioden van orale cultuur, waarin zaken wegblijven of erbij komen. Een kern, al dan niet feitelijk gebeurd blijkt wel in de meeste gevallen de tand des tijds te overleven.

 

Jansen begint zijn vertelling in het boek van Welters dan ook met: ‘ ’t is al honderden jaren geleden’ (Welters,1876) . Zoals in vele volksverhalen ligt de oorsprong van het verhaal in een lang vervlogen tijd. In ieder geval in een tijd van voor mensen die zich de gebeurtenis nog kunnen herinneren. ‘Er was eens’. Zo beginnen ook veel sprookjes en geeft daarmee een duiding aan van lang vervlogen tijden die ver buiten onze belevingswereld ligt. Het is dan ook Jansen niet die de vertelling verteld, maar een onpersoonlijke en alwetende verteller die boven de wereld van de personages en de toehoorders staat als een collectief geheugen, waardoor de geschiedenis spreekt en iets te zeggen heeft.  In de versie van Geene komt een gerichter tijdsbeeld naar voren. In de laatste alinea geeft hij aan dat de blinde herder na zijn dood werd begraven op het katholieke kerkhof buiten de stad, wat men in Sittard het ‘knaoke-veldj’ noemde. Zijn hond zou op last van de Sittardse deken niet in gewijde grond, maar naast de herder, vlak buiten het kerkhof zijn begraven (Geene, 2008). Deze begraafplaats is ingericht in de Franse tijd (+1800)  en werd geruimd in de jaren 60 van de vorige eeuw.

(2) Het verhaal in varianten

Het verhaal van de Blinde Herder is een sage. Een sage is een volksverhaal dat zich afspeelt op een bekende plaats in een bepaalde tijd. Vaak is het verhaal gegroeid rondom een historische kern. Het verhaal is grotendeels dus gevormd en verzonnen ( fictie), maar wordt door verteller en toehoorders als non-fictief ervaren.

Sagen kunnen grofweg worden onderverdeeld in drie sub-genres:

  • Etiologische sagen: Deze sagen willen een gebeurtenis, landschapskenmerk, een naam of een traditie verklaren.
  • Historische sagen die verhalen over een historische gebeurtenis of plaats.
  • Religieuze sagen verhalen over bovennatuurlijke krachten en/of entiteiten, vaak met een reflectief of moraliserend karakter.

Het verhaal zoals dat is opgetekend in diverse boeken verschilt in format en gedetailleerde informatie. De vroegste schriftelijke bron is van de hand van Martin Jansen ( *Sittard, 1848, +Venlo, 1881) en is opgenomen in het boek: Limburgsche legenden, sagen, sprookjes en Volksverhalen Deel 2, samengesteld door H. Welters dat is uitgegeven in 1876. Men treft het verhaal ook aan bij de auteurs Kemp ( 1925),  Sinninghe (1938) en in latere uitgaven van andere auteurs. De meeste recente versie van het verhaal is van Wolf Geene (2008), maar wijkt qua vorm erg af van de overige versies. Wel staat er andere informatie in die we in de andere versies niet tegenkomen. Ook is mij (nog) niet bekend wat de bronnen van Geene zijn, temeer hij meer aanvullende historische informatie geeft. De meest uitvoerige versie is van de hand van Jansen. Pierre Kemp kort deze wat in en wordt letterlijk overgenomen door Sinninghe. Latere versies zijn nog korter en steeds aangepast naar de taal van de tijd. Daarom wil ik de versie van Jansen als de meest authentieke bron benaderen, temeer hij in bloemrijke taal een beeld geeft waaruit informatie kan worden gewonnen m.b.t. de locatie.

Wel heb ik de verscheidene oude versies synoptisch naast elkaar gezet in een schema. Alleen de afwijkende versie van Geene is niet verwerkt in de synopsis, omdat de structuur dermate anders is en op andere wijze informatie geeft.  Hoe oud zou het verhaal nu zijn?

(1) De Blinde Herder. Zomaar een verhaal?

Een van de oude volksverhalen die ik als kind al hoorde was de sage van de ‘Blinde Herder’. Het is maar een kort verhaal en vertelt over een blinde herder die boven op de Sittardse Kollenberg iedere dag zijn schapen liet grazen. Omdat hij niks kon zien, maakte hij met zijn herdersschop kuilen en bergjes op het perceel dat de Tomel werd genoemd. Na zeven jaar dagelijks werken aan zijn kunstwerk vond men hem en zijn hond dood, te midden van zijn kunstwerk dat net gereed was. Zijn gegraven werk bleek een doolhof te zijn.  

Een leuk verhaaltje, dat waarschijnlijk al enkele eeuwen wordt doorverteld. Het verhaal bleef altijd in mijn geheugen en steeds meer begon ik mij af te vragen welke betekenis dit verhaal had en misschien nog heeft. In ieder volksverhaal zit toch een kern van waarheid? In iedere vertelling zit toch een boodschap verborgen?

Dat bracht mij op het idee om het verhaal verder te onderzoeken. Niet alleen naar de betekenis van het verhaal, maar ook naar de locatie waar thans niets meer zichtbaar is van een dergelijke doolhof. Was het wel een doolhof? Is het wel echt gebeurd? En als het niet echt gebeurd is, is het dan betekenisloos? 

En zo begon ik…